volgde op
Uiterlijk
- volg·de op
vervoeging van |
---|
opvolgen |
volgde op
- enkelvoud verleden tijd van opvolgen
- Ik volgde op.
- Jij volgde op.
- Hij, zij, het volgde op.
- Ik volgde op.
- Het woord volgde op staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.