vlogen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: vlogen (hulp, bestand)
- IPA:
- (Noord-Nederland): /vlo.χə(n)/
- (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /vlo.ɣə(n)/
Woordafbreking
- vlo·gen
Werkwoord
vervoeging van |
---|
vliegen |
vlogen
- meervoud verleden tijd van vliegen
- Wij vlogen.
- Jullie vlogen.
- Zij vlogen.
- Wij vlogen.
Gangbaarheid
- Het woord vlogen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "vlogen" herkend door:
92 % | van de Nederlanders; |
83 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be