vloerverwarming

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

vloerverwarming
Uitspraak
Woordafbreking
  • vloer·ver·war·ming
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord vloerverwarming vloerverwarmingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de vloerverwarmingv [1]

  1. verwarming van een ruimte of gebouw door het verwarmen van de vloeren
     Dat de vraag bij veel mensen leeft, bevestigt Martin Hoekstra, warmte-installateur en directeur van ST/Warmte. Of een alternatief voor een cv-ketel beter is, heeft volgens hem niet alleen te maken met isolatie, maar ook met de radiatoren, eventuele vloerverwarming en de hoeveelheid gas die mensen gebruiken.[2]
     Het onderzoek is gedaan middels elektromagnetische metingen en grondradar. Daaruit is volgens 1Limburg af te leiden dat er een badhuis stond van 26 bij 13 meter. Archeologen denken verder een afvoerkanaal te hebben gevonden, en bij boringen zijn resten van marmer, pleisterwerk en ronde tegels van een vloerverwarming gevonden.[3]
     Boekenberg Spijkenisse is een energie-efficient gebouw. In de toekomst moet het onafhankelijk worden van fossiele energiebronnen. Het klimaat in het gebouw wordt enkel en alleen door planten geregeld. Daarnaast wordt er regenwater gebruikt voor de spoeling van de toiletten en de vloerverwarming en -koeling van de bibliotheekruimte.[4]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 29 maart 2024 Weblink bron
    Heleen Ekker
    “Je cv-ketel is op en de overheid wil gasverbruik verminderen. Wat doe je?” (23 januari 2020, 17:24), NOS
  3. Bronlink geraadpleegd op 29 maart 2024 Weblink bron “Groot badhuis ontdekt bij luxe Romeinse villa in Meerssen” (19 september 2016, 21:35), NOS
  4. Bronlink geraadpleegd op 29 maart 2024 Weblink bron “Laurentien opent Boekenberg” (4 oktober 2012, 22:08), NOS