vliegtuigkaper

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vlieg·tuig·ka·per
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord vliegtuigkaper vliegtuigkapers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de vliegtuigkaperm

  1. (luchtvaart) iemand die de besturing van een vliegtuig, onder dreiging met geweld, overneemt
     Griekse politie pakt verkeerde 'vliegtuigkaper' op: De man die in Griekenland is aangehouden omdat hij in 1985 betrokken zou zijn geweest bij een vliegtuigkaping, blijkt de verkeerde persoon te zijn. De Griekse politie zette de 65-jarige man vorige week vast tijdens zijn vakantie op het eiland Mykonos.[1]
     Vliegtuigkaper van Cuba naar VS: Een Amerikaan die in de jaren 80 met een gekaapt vliegtuig naar Cuba vloog, keert vandaag terug naar de VS.[2]
Synoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 29 maart 2024 Weblink bron “Griekse politie pakt verkeerde 'vliegtuigkaper' op” (24 september 2019, 04:20), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 29 maart 2024 Weblink bron “Vliegtuigkaper van Cuba naar VS” (6 november 2013, 07:33), NOS