vliegt open

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vliegt open
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
openvliegen

vliegt (...) open

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van openvliegen
    • Jij vliegt open. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van openvliegen
    • Hij vliegt open. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van openvliegen
    • Vliegt open!