vlieg open

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vlieg open
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
openvliegen

vlieg (...) open

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van openvliegen
    • Ik vlieg open. 
  2. gebiedende wijs van openvliegen
    • Vlieg open! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van openvliegen
    • Vlieg je open?