vetleren
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- vet·le·ren
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van vet zn en leren bn
stellend | |
---|---|
onverbogen | vetleren |
verbogen |
Bijvoeglijk naamwoord
vetleren [1]
- gemaakt van met vet behandeld en daardoor waterdicht leer
Vertalingen
1. gemaakt van met vet behandeld en daardoor waterdicht leer
Gangbaarheid
- Het woord vetleren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "vetleren" herkend door:
47 % | van de Nederlanders; |
22 % | van de Vlamingen.[4] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑
Weblink bron
Loes Schutte“Zilveren jubileum met CDA in de min” (02-03-2011), Tubantia - ↑
Weblink bron “Oproep: wat voor schooltas had u vroeger?” (14 feb. 2020), De Telegraaf
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be