verzinkt
Uiterlijk
- ver·zinkt
- vervoeging van verzinken: de stam met de uitgang -t, zonder ge- vanwege voorvoegsel
vervoeging van |
---|
verzinken |
verzinkt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verzinken
- Jij verzinkt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verzinken
- Hij verzinkt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van verzinken
- Verzinkt!
vervoeging van: | verzinken… |
verbogen vorm: | verzinkte |
verzinkt
- voltooid deelwoord van verzinken
- Het voltooid deelwoord heeft alleen de betekenis van met zink bedekken.
- Verzonken heeft daarentegen niets te maken met "verzinken" in de zin van met zink bedekken! "Verzonken" is iets dat onder de oppervlakte ligt of "men is in gedachten verzonken".
- Het woord verzinkt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.