verzeker mee

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·ze·ker mee
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
meeverzekeren

verzeker (...) mee

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van meeverzekeren
    • Ik verzeker mee. 
  2. gebiedende wijs van meeverzekeren
    • Verzeker mee! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van meeverzekeren
    • Verzeker je mee? 

Gangbaarheid