verthuizen

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  verthuizen    (hulp, bestand)
• IPA: / vərˈtœyzə(n) / (3 lettergrepen)

Woordafbreking

• ver·thui·zen

Woordherkomst en -opbouw

• afgeleid van thuis met het voorvoegsel ver- en met het achtervoegsel -en, naar het voorbeeld van verhuizen; de winkelketen Decorette verspreidde sinds 2010 een tijdschrift onder de naam "Verthuis".

stamtijd
onbepaalde wijs	verleden tijd	voltooid deelwoord
verthuizen	verthuisde	verthuisd
zwak -d	volledig

Werkwoord

verthuizen

1. opnieuw inrichten van je huis als alternatief voor een verhuizing

   ▸ Verthuizen is een term die wordt gebruikt voor het compleet herinrichten en verbouwen van een interieur van een woning zonder dat men daadwerkelijk verhuist. Verthuizen is in feite een soort thuis verhuizen.

Gangbaarheid

• Het woord 'verthuizen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.