vertel na

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·tel na
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
navertellen

vertel na

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van navertellen
    • Ik vertel na. 
  2. gebiedende wijs van navertellen
    • Vertel na! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van navertellen
    • Vertel je na? 


Gangbaarheid