verrukte

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·ruk·te

Bijvoeglijk naamwoord

verrukte

  1. verbogen vorm van de stellende trap van verrukt

Werkwoord

vervoeging van
verrukken

verrukte

  1. enkelvoud verleden tijd van verrukken
    • Ik verrukte. 
    • Jij verrukte. 
    • Hij, zij, het verrukte. 
  2. verbogen vorm van verrukt, voltooid deelwoord van verrukken
     'Dat doet nauwelijks onder voor Zorn'was Lauritz'eerste spontane commentaar en Sverre en Johanne wisselden een korte verrukte blik uit.[1]

Verwijzingen

  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Tussen rood en zwart” (2014), Uitgeverij Prometheus op Wikipedia, ISBN 9789044625691