verlengstuk
Uiterlijk
- Geluid: verlengstuk (hulp, bestand)
- IPA: / vərˈlɛŋstʏk / (3 lettergrepen)
- ver·leng·stuk
- samenstelling van verleng ww en stuk [1]
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | verlengstuk | verlengstukken |
| verkleinwoord | verlengstukje | verlengstukjes |
het verlengstuk o
- voorwerp waarmee men iets kan verlengen
- (figuurlijk) persoon of organisatie die iemand extra hulp geeft
- Het woord verlengstuk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "verlengstuk" herkend door:
| 100 % | van de Nederlanders; |
| 100 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 11
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Figuurlijk in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 100 %