vergaderruimte

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·ga·der·ruim·te
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord vergaderruimte vergaderruimten
vergaderruimtes
verkleinwoord vergaderruimtetje vergaderruimtetjes

Zelfstandig naamwoord

de vergaderruimtev

  1. deel van een gebouw zoals een kamer of hal die bestemd is voor het voeren van vergaderingen
     Door een brede deur komt men van de Trêveszaal in de Statenzaal, die sinds ± 1650 als vergaderruimte van de Algemene Staten, die de zeven provincies vertegenwoordigden, in gebruik was. De vier ramen zien uit op het Binnenhof.[1]
     Reserveer de vergaderruimte een half uur langer dan de vergadering duurt. Zo is er enige ruimte om uit te lopen, al mag dat niet te lang zijn.[2]
     De vergaderruimte op de begane grond stroomde langzaam vol met rechercheurs.[3]
     Pointy liet de man naar de vergaderruimte gaan, kwam snel onder het bed vandaan en stapte achter de bewaker de vergaderruimte binnen.[4]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink Weblink bron
    Bureau voor Statistiek en Voorlichting
    “'s-Gravenhage: maandblad der gemeente 's-Gravenhage” (1964)
  2. Bronlink Weblink bron
    Henriëtte Houët
    “Notuleren met gemak / druk 1 / ING” (2007), Bohn, ISBN 9789031369959, p. 47
  3. Bronlink Weblink bron “Leugens” (2015), Unieboek, ISBN 9789000343997, p. 91
  4. Bronlink Weblink bron
    Ben Dolphijn
    “Pointy boek 3” (2019), Lulu.com, ISBN 9780244473877, p. 244