verenging
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ver·en·ging
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van verengen met het achtervoegsel -ing[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | verenging | verengingen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de verenging v
- het verengen
- U verlaat Brussel om een lokaal mandaat op nemen. Vreest u geen verenging van uw blikveld? [2]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord verenging staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "verenging" herkend door:
82 % | van de Nederlanders; |
89 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ De Standaard 31 DECEMBER 2018 ‘Belangrijk is dat ik de link met Brussel behoud’
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be