verbrijzeling
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ver·brij·ze·ling
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van verbrijzelen met het achtervoegsel -ing.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | verbrijzeling | verbrijzelingen |
verkleinwoord | verbrijzelinkje | verbrijzelinkjes |
Zelfstandig naamwoord
de verbrijzeling v
- het verbrijzelen
Gangbaarheid
- Het woord verbrijzeling staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.