vatte aan
Uiterlijk
- vat·te aan
vervoeging van |
---|
aanvatten |
vatte aan
- enkelvoud verleden tijd van aanvatten
- Ik vatte aan.
- Jij vatte aan.
- Hij, zij, het vatte aan.
- Ik vatte aan.
- aanvoegende wijs van aanvatten
- Het woord vatte aan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.