valt dicht

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • valt dicht
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
dichtvallen

valt (...) dicht

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dichtvallen
    • Jij valt dicht. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dichtvallen
    • Hij valt dicht. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van dichtvallen
    • Valt dicht!