vaarden

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vaar·den

Werkwoord

vervoeging van
varen

vaarden

  1. meervoud verleden tijd van varen
    • Wij vaarden. 
    • Jullie vaarden. 
    • Zij vaarden. 
Synoniemen
Anagrammen
Opmerkingen
  • Geen erkende vorm in Van Dale, wel volgens Onze Taal.