uittypen
Uiterlijk
- uit·ty·pen
- samenstelling van uit bw en typen ww
uittypen [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
uittypen |
typte uit |
uitgetypt |
zwak -t | volledig |
- het met een toetsenbord uitwerken van een tekst die eerder is geschreven, gesproken of bedacht
- Amice Een vriendin werkt bij een advocatenkantoor. Ze vertelt dat sommige advocaten daar nogal van de oude stempel zijn. Ze gebruiken nog een memorecorder waarop brieven worden ingesproken, waarna de secretaresse deze moet uittypen. [2]
- Holterman begon in 1967 met het uittypen van berichten en stencilen van Dorpsblad Kontakt, toen nog 'kerkblaadje' genoemd. Dat werd meegenomen in de kerk voor 10 cent. Niet alleen het kerknieuws werd erin vermeld, ook alle sport- en culturele activiteiten en overige nieuws in en rondom Bentelo. [3]
- Toen hij zijn spraakvermogen verloor, kon Hawking met zijn duim nog letters uittypen op een speciaal toetsenbord. Toen hij ook hier niet meer mee kon werken, maakte Intel een computer die middels een infraroodsensor de bewegingen van zijn wang kon detecteren. [4]
- Het woord uittypen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "uittypen" herkend door:
91 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen.[5] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ NRC Ik 14 oktober 2014 Renate Ridderhof Amice
- ↑ Tubantia 30-10-17 Truus Holterman vijftig jaar redactrice Benteloos Dorpsblad Kontakt
- ↑ De Telegraaf ROLF VENEMA 22 jan. 2013 Intel helpt Stephen Hawking sneller spreken
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 8
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-t) in het Nederlands
- Scheidbaar werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 91 %
- Prevalentie Vlaanderen 93 %