uitstralende
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- uit·stra·len·de
Werkwoord
vervoeging van: | uitstralen |
uitstralende
- verbogen vorm van uitstralend, het onvoltooid deelwoord van uitstralen
Bijvoeglijk naamwoord
uitstralende
- verbogen vorm van de stellende trap van uitstralend