uitspannen
Uiterlijk
- Geluid: uitspannen (hulp, bestand)
- uit·span·nen
- samenstelling van uit en spannen [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
uitspannen |
spande uit |
uitgespannen |
zwak -d
gemengd |
volledig |
uitspannen [2]
- overgankelijk (van trekdieren) uit het gareel losmaken[3]
- overgankelijk groter maken
- uitspanning (1), uitspansel (2)
- Het woord uitspannen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 10
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Gemengd werkwoord in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Scheidbaar werkwoord in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal