uitpeiling

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • uit·pei·ling
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord uitpeiling uitpeilingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de uitpeilingv

  1. (waterbeheer) opmeting van de bodem na afloop van de werkzaamheden
    • De uitpeiling van het kustgebied gaf aan dat er uiteindelijk veel minder zand gesuppleerd was dan in het bestek was aangegeven. 
     Na het baggeren zal de peilboot VLIET een uitpeiling doen.[1]
Antoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 5 januari 2022 Weblink bron
    Havenmeester van Rotterdam
    Bekendmakingen aan de scheepvaart : Baggerwerkzaamheden Rotterdam/Zuiddiepje in: Staatscourant op Wikipedia, jrg. 2013 nr. 6064 (11 maart 2013)