uiteenlopendheid

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • uit·een·lo·pend·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord uiteenlopendheid uiteenlopendheden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de uiteenlopendheidv

  1. het heel verschillend of divers zijn
    • Het verschil is ontstaan tengevolge van de uiteenlopendheid van de verschillende onderdelen. Slechts als deze dispersie gering is, leidt eenvoudige evenredige omrekening ook tot goede uitkomsten. [1] 

Gangbaarheid

Verwijzingen