tweedegeneratieallochtoon
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- twee·de·ge·ne·ra·tie·al·loch·toon
Woordherkomst en -opbouw
- Samenstelling van de woordgroep 'tweede generatie' en allochtoon
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tweedegeneratieallochtoon | tweedegeneratieallochtonen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de tweedegeneratieallochtoon v / m
- iemand die zelf niet in het buitenland geboren is, maar van wie ten minste één ouder wel in het buitenland is geboren.[1]
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord tweedegeneratieallochtoon staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.