turende
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- tu·ren·de
Werkwoord
vervoeging van: | turen |
turende
- verbogen vorm van turend, het onvoltooid deelwoord van turen
Bijvoeglijk naamwoord
turende
- verbogen vorm van de stellende trap van turend
vervoeging van: | turen |
verbogen vorm: | turendee |
turende
turende