tuin in

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • tuin in
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
intuinen

tuin (...) in

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van intuinen
    • Ik tuin in. 
  2. gebiedende wijs van intuinen
    • Tuin in! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van intuinen
    • Tuin je in? 

Gangbaarheid