trufferen
Uiterlijk
- truf·fe·ren
trufferen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
trufferen |
truffeerde |
getruffeerd |
zwak -d | volledig |
1. met truffels bereiden
- Het woord trufferen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "trufferen" herkend door:
21 % | van de Nederlanders; |
30 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ trufferen op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Achtervoegsel -eren in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands
- Voeding in het Nederlands
- Kookkunst in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 21 %
- Prevalentie Vlaanderen 30 %