trouwjapon
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: trouwjapon (hulp, bestand)
- IPA: /'trɑujapɔn/
Woordafbreking
- trouw·ja·pon
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | trouwjapon | trouwjaponnen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de trouwjapon m
- de jurk die de vrouw aanheeft tijdens de voltrekking van het huwelijk
- Vogt: „Ze zijn allemaal happy en gezond, hebben een woning en een baan. Ik straalde van blijdschap en vind het geweldig om straks met ’mijn drie bruidjes’ trouwjapons te gaan kopen.” zegt de vrouw die zich de gelukkigste moeder van Nederland voelt.[2]
- Lieke van Lexmond stond zaterdag in een eigen ontwerp voor het altaar. De presentatrice, die in Italië eeuwige trouw beloofde aan Bas van Veggel, maakte de trouwjurk samen met couturier Claes Iversen.[3]
- Het ziet ernaar uit dat Iggy Azalea haar jawoord geeft in een trouwjurk van Armani.[4]
Synoniemen
Vertalingen
1. zie: bruidsjurk
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord trouwjapon staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ de Telegraaf PIETER PLOEG 11 dec. 2017
- ↑ de Telegraaf 27 jun. 2016
- ↑ de Telegraaf 07 jan. 2016