trommel op
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: trommel op (hulp, bestand)
Woordafbreking
- trom·mel op
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
optrommelen |
trommel (...) op
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van optrommelen
- Ik trommel op.
- gebiedende wijs van optrommelen
- Trommel op!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van optrommelen
- Trommel je op?