trek mee

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • trek mee
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
meetrekken

trek (...) mee

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van meetrekken
    • Ik trek mee. 
  2. gebiedende wijs van meetrekken
    • Trek mee! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van meetrekken
    • Trek je mee?