traptrede

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • trap·tre·de
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord traptrede traptreden
traptredes
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de traptredev / m

  1. een deel van een trap waarop men kan staan
    • Er zitten 32 traptreden in deze trap. 
     Toen Harald de laatste traptrede op de grond bereikte, versperde Oscar hem de weg met een stevige greep om beide trapleuningen.[1]
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
94 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Tussen rood en zwart” (2014), Uitgeverij Prometheus op Wikipedia, ISBN 9789044625691
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be