tiny house

Nederlands

1. Dit tiny house wordt gebouwd in het Westpark in Groningen .

Uitspraak

• Geluid:  tiny house    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈtajniˌhɑus / (3 lettergrepen)

Woordafbreking

• ti·ny house

Woordherkomst en -opbouw

• van Amerikaans Engels  tiny house zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	tiny house	tiny houses
verkleinwoord	tiny houseje	tiny housejes

Zelfstandig naamwoord

het tiny house o

1. (bouwkunde) woning met moderne voorzieningen, maar een heel kleine oppervlakte (minder dan 50 m²)
   Dit type woningen wordt vooral bepleit als duurzame oplossing voor woningnood.

   ▸ Over het algemeen vinden de mensen die kiezen voor een tiny house relaties en ervaringen belangrijker dan spullen.

   ▸ Ze deed haar spullen de deur uit tot er nog precies 305 items over waren, verkocht het huis en bouwde een tiny house: een klein huisje op wielen, van nog geen 8 m2, en parkeerde het bij vrienden in de achtertuin.

Gangbaarheid

• Het woord tiny house staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.