tijdlijn
Uiterlijk
- tijd·lijn
- samenstelling van tijd en lijn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tijdlijn | tijdlijnen |
verkleinwoord |
- tijdschaal vormgegeven als balk of lijn
- Buiten de pagina van ‘Er mag gezongen worden’ gaat het nieuwtje ondertussen een eigen leven leiden. Negentig mensen klikken op ‘delen’ en sturen het via hun eigen tijdlijn naar vrienden. Daar, zonder de context van satire, waar vooral de kop opvalt - Sylvana Simons: ‘Schaf zwart scheidsrechterstenue af’ - wordt het aantal mensen dat het bericht gelooft al stukken groter. [1]
- Het woord tijdlijn staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "tijdlijn" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ NRC Peter Zantingh 17 januari 2017
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be