tijdeloos
Uiterlijk
- tij·de·loos
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | tijdeloos | tijdelozer | tijdeloost |
verbogen | tijdeloze | tijdelozere | tijdelooste |
partitief | tijdeloos | tijdelozers | - |
tijdeloos
- zonder aan tijd gebonden te zijn
- Het woord tijdeloos staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "tijdeloos" herkend door:
64 % | van de Nederlanders; |
64 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be