theewater

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  theewater    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• thee·wa·ter

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  thee  en  water 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	theewater	-
verkleinwoord	theewatertje	theewatertjes

Zelfstandig naamwoord

het theewater o

1. water om thee te zetten

   • Ze steekt het gas aan onder de pannen en zet wat theewater op. 

   ▸ Ze zag natuurlijk meteen aan me dat ik terneergeslagen was, deed de radio uit en zette theewater op.

Uitdrukkingen en gezegden

   

aan zijn theewater voelen een voorgevoel krijgen of hebben ik voel het aan mijn theewater dat we binnenkort ijs krijgen boven zijn theewater zijn dronken zijn

Gangbaarheid

• Het woord theewater staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "theewater" herkend door:

98 %	van de Nederlanders;
98 %	van de Vlamingen.