terughebben

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  terughebben    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• te·rug·heb·ben

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  terug bw  en  hebben ww 

Werkwoord

terughebben

stamtijd
onbepaalde wijs	verleden tijd	voltooid deelwoord
terughebben	had terug	teruggehad
onregelmatig	volledig

1. krijgen wat men eerst verloren heeft; weer in bezit krijgen

   • NS wil de regionale spoorlijnen terughebben, zo kondigde Van Boxtel vandaag aan. Van Boxtel heeft zijn oog laten vallen op de trajecten Dordrecht-Geldermalsen van Arriva en de Valleilijn van Amersfoort naar Ede/Wageningen, waarop nu Connexxion rijdt. Van beide spoorlijnen lopen de komende jaren de vervoersconcessies af.  
   • De blessure van Neymar leidde afgelopen week tot de nodige discussies tussen PSG en de Braziliaanse bond. De Fransen willen hun grootste vedette zo snel mogelijk terughebben, terwijl de Brazilianen vooral denken aan het WK van komende zomer.  

Gangbaarheid

• Het woord terughebben staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "terughebben" herkend door:

82 %	van de Nederlanders;
82 %	van de Vlamingen.