technostress
Uiterlijk
- tech·no·stress
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | technostress | - |
verkleinwoord | - | - |
de technostress m
- (medisch) ziekte als gevolg van het onvermogen om zich op gezonde wijze aan het werken met apparaten aan te passen.
- Door de komst van de mobiele telefoon, hebben meer werknemers last gekregen van technostress doordat hun baas ook in de vrije tijd belt over werkzaken.
- Het woord technostress staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.