tapisseriewerk

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  tapisseriewerk    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• ta·pis·se·rie·werk

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  tapisserie zn  en  werk zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	tapisseriewerk	tapisseriewerken
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het tapisseriewerk o

1. het borduren of het werkstuk dat door borduren is gemaakt

   ▸ 'Waaraan werk je?' vroeg Morgaine, Gwenhwyfars fijne tapisseriewerk bekijkend.

   ▸ „Het zal mij een vreugde zijn u en madame Cornot morgen met de generaal in kennis te brengen," murmelt zij en neemt met haar betoverende glimlach afscheid „Ik heb aan al onze gasten bericht gezonden dat we hen vanavond niet kunnen verwachten," zegt César Cornot, als hij een half uur later de salon binnentreedt waar zijn vrouw met haar tapisseriewerk bij de haard zit.

Synoniemen

• borduurwerk

Gangbaarheid

• Het woord 'tapisseriewerk' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.