Naar inhoud springen

talmen

Uit WikiWoordenboek
  • tal·men
  • In de betekenis van ‘dralen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1647 [1]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
talmen
talmde
getalmd
zwak -d volledig

talmen

  1. inergatief aarzelen, dralen, treuzelen
    • Hij talmde bij het afstappen van de tram, zodat er een opstopping ontstond. 
81 %van de Nederlanders;
87 %van de Vlamingen.[2]