taalbuddy
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- taal·bud·dy
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van taal zn en buddy zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | taalbuddy | taalbuddy's |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de taalbuddy m
- (onderwijs) vrijwilliger die iemand die de Nederlandse taal nog niet meester is te helpen Nederlands te leren
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord taalbuddy staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.