suppositie

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  suppositie    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• sup·po·si·tie

Woordherkomst en -opbouw

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	suppositie	supposities
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

suppositie v

1. hypothese, onderstelling

Hyponiemen

• presuppositie

Gangbaarheid

• Het woord suppositie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "suppositie" herkend door:

63 %	van de Nederlanders;
74 %	van de Vlamingen.