superdirectief

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • su·per·di·rec·tief
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord superdirectief superdirectieven
verkleinwoord superdirectiefje superdirectiefjes

Zelfstandig naamwoord

het superdirectiefo

  1. (grammatica) een naamval die voorkomt in een taal als Lezgi en die uitdrukt wat in het Nederlands gewoonlijk met naar boven uitgedrukt wordt: een beweging naar de bovenzijde van iets anders

Gangbaarheid