suikerdoos

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

[2] suikerdoos
Uitspraak
Woordafbreking
  • sui·ker·doos
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord suikerdoos suikerdozen
verkleinwoord suikerdoosje suikerdoosjes

Zelfstandig naamwoord

de suikerdoosv / m

  1. feestelijk doosje waarin doopsuikertjes verpakt zitten
     Die op elkaar gepakte suikerdoosjes van huizen in Trovill, die wiebelden als je de deur dichtsloeg en waar ze geen eigen water hadden, stelden niets voor.[2]
     De geboorte van jullie wondertje is een heuglijk moment dat jullie graag met dierbaren willen delen. Wanneer ze straks jullie kleintje komen bewonderen, verwen hun dan met suikerbonen of ander lekkers! Presenteer je geboorte traktaties op een elegante manier aan familie en vrienden met hoge doopsuikerdoosjes.[3]
  2. deel van een servies waarin men suiker kan doen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Echte Amerikaanse jeans” (2017), Uitgeverij Prometheus op Wikipedia, ISBN 9789044632767
  3. Bronlink geraadpleegd op 2 september 2022 Weblink bron “Hoge doopsuikerdoosjes passend bij je geboortekaartje”