suffragaan
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: suffragaan (hulp, bestand)
Woordafbreking
- suf·fra·gaan
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | suffragaan | suffraganen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de suffragaan m
- (religie) bisschop of bisdom dat onderhorig is aan een aartshertog
- (religie) vergadering van hogere bisschoppen
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord suffragaan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "suffragaan" herkend door:
26 % | van de Nederlanders; |
44 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ suffragaan op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be