streamingdienst

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • strea·ming·dienst
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord streamingdienst streamingdiensten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de streamingdienstm

  1. dienst op het internet waarbij men media kan beluisteren of bekijken die op dat moment worden ontvangen zonder dat deze media (in hun geheel) op de computer worden opgeslagen
     Streamingdienst Netflix moet van de Braziliaanse rechter de film The First Temptation of Christ verwijderen van zijn platform.[2]
     Ze legt uit dat Amazon uniek is door het aanbieden van totaalpakketten, met bijvoorbeeld streamingdienst Prime, waarmee het consumenten het eigen ecosysteem intrekt. "Dat kan een consument verleiden, want ik zie Bol.com bijvoorbeeld niet snel een serie ontwikkelen."[3]
Synoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. streamingdienst op website: Etymologiebank.nl
  2. Bronlink Weblink bron “Braziliaanse rechter verbiedt Netflix-film over homoseksuele Jezus” (09-01-2020), NOS
  3. Bronlink Weblink bron “Amazon komt eraan, 'en als ze willen, zijn ze niet tegen te houden'” (28-01-2020), NOS