stopwatch

Uit WikiWoordenboek
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • stop·watch
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord stopwatch stopwatches
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

stopwatch m

  1. Draagbaaruurwerk dat men makkelijk kan starten en stoppen om de verstreken tijd te kunnen meten.


Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be