stofte af
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- stof·te af
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
afstoffen |
stofte af
- enkelvoud verleden tijd van afstoffen
- Ik stofte af.
- Jij stofte af.
- Hij, zij, het stofte af.
- Ik stofte af.
Gangbaarheid
- Het woord stofte af staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.