Naar inhoud springen

stemde af

Uit WikiWoordenboek
Versie door Kvdrgeus (overleg | bijdragen) op 20 jan 2018 om 14:40
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
  • stem·de af
vervoeging van
afstemmen

stemde af

  1. enkelvoud verleden tijd van afstemmen
    • Ik stemde af. 
    • Jij stemde af. 
    • Hij, zij, het stemde af.