sta gelijk

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sta ge·lijk
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
gelijkstaan

sta gelijk

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gelijkstaan
    • Ik sta gelijk. 
  2. gebiedende wijs van gelijkstaan
    • Sta gelijk! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gelijkstaan
    • Sta je gelijk? 
  4. aanvoegende wijs van gelijkstaan


Gangbaarheid